Kenmerken van ASS

Iedereen heeft nood aan voldoende duidelijkheid en voorspelbaarheid. Bij mensen met (kenmerken van) Autisme Spectrum Stoornis weegt dit nog meer door. Misschien heb je een diagnose, of herkennen je ouders, de leerkrachten of jijzelf wel bepaalde kenmerken, zoals problemen met sociale interactie, prikkelgevoeligheid, moeite met verandering, andere manier van informatie verwerken … Hoewel er ook duidelijke kwaliteiten verbonden zijn aan ASS, kan het jou beperken in je schoolse functioneren.  

Wij hebben in SASK al een aantal afspraken, die voor iedereen gelden (basiszorg), en die jou zeker al vooruit kunnen helpen. Enkele voorbeelden:

  • Digitale schoolagenda met gedetailleerde info omtrent taken en toetsen.
  • Een duidelijke lesopbouw, korte instructiemomenten.
  • Auti-vriendelijke vraagstelling (duidelijke eenduidige vragen) en heldere instructie. 
  • Duidelijke klas – en schoolafspraken. 
  • We voorzien leerstofoverzichten.
  • Elke klas heeft een eigen lokaal, een ‘thuisklas’ en heeft een klastitularis.
  • We bieden avondstudie aan op school.
  • Elke dag start met een morgenonthaal en wekelijks is er een klasuur (waarin duidelijk en rustig info kan doorgegeven worden).
  • Leerling mag een koptelefoon (noise cancelling)/oordopjes gebruiken in de klas.
  • Tijdens de middagpauze kan je in de mediatheek zitten, een stille ruimte waar je tot rust kan komen.
  • We hebben op school aandacht voor diversiteit (er is ook een diversiteitsgroep): iedereen is anders en dat maakt het net interessant!

In overleg met jou, de leerkrachten, je ouders en het zorgteam (soms met CLB en externe partners) kunnen we ook volgende maatregelen nemen. Deze maatregelen zijn individueel op maat en worden ook geëvalueerd en desnoods bijgestuurd. Indien deze maatregelen niet volstaan, helpen we om verder (externe) hulp te zoeken. 

  • Prikkelarme klasomgeving, plaats vooraan/achteraan.
  • Noise cancellende koptelefoon tijdens toetsen.
  • Coach (leerkracht) of buddy (medeleerling). 
  • Opvolging via leerlingenbegeleiding.
  • Gebruik maken van online lesmateriaal.
  • Beschikbaar stellen van een ingevulde cursus.
  • Eindtoetsen maken in zorgklas (al dan niet met SPRINT).
  • Alternatieve presentatievormen (bij angst voor presentaties).
  • Klasinfo of proactieve cirkel rond sterktes en beperkingen.
  • Ondersteuning via ondersteuningsnetwerk (1 of 2u/week) via gemotiveerd verslag.